Na jaren waarin gepensioneerden hun koopkracht zagen teruglopen, gloort er eindelijk goed nieuws aan de horizon. Vanaf 2026 mogen miljoenen Nederlanders rekenen op een flinke verhoging van hun pensioenuitkering. De overgang naar het nieuwe pensioenstelsel laat zijn eerste positieve effecten zien, en dat betekent voor velen meer rust en ruimte in de portemonnee.
Content:
Eindelijk groei na jaren stilstand
Waar pensioenen jarenlang nauwelijks meestegen met de inflatie, komt daar nu verandering in. De afgelopen jaren zagen veel ouderen hun uitkering gelijk blijven, terwijl prijzen voor energie en boodschappen opliepen.
Volgens de eerste berekeningen gaan veel gepensioneerden er volgend jaar tussen de tien en twintig procent op vooruit. Dat betekent concreet dat iemand met een pensioen van 1.800 euro per maand straks 180 tot 360 euro extra ontvangt.
Deze stijging komt voort uit de goede resultaten van de pensioenfondsen, die dankzij gunstige beleggingsjaren hun buffers zagen toenemen.
Zorgsector profiteert als eerste
Bij het pensioenfonds voor de zorg, PFZW, wordt een stijging van ongeveer tien procent verwacht. Dat betekent dat zorgmedewerkers eindelijk weer een duidelijke groei zien in hun maandelijkse inkomen.
Het fonds laat weten dat deelnemers binnenkort persoonlijk bericht krijgen over hun nieuwe pensioenbedrag. PFZW vertegenwoordigt meer dan 2,9 miljoen Nederlanders en heeft een vermogen van ruim 260 miljard euro.
De organisatie noemt de stijging “een belangrijke stap richting herstel van koopkracht en vertrouwen”. Volgens PFZW-voorzitter Joanne Kellermann komt de verhoging voort uit solide investeringsresultaten en de verbeterde economische omstandigheden.
Bouwsector loopt voorop
Nog opvallender is de stijging bij bpfBOUW, het pensioenfonds voor de bouwsector. Daar wordt een toename van bijna twintig procent voorzien.
De stijging is te danken aan uitstekende beleggingsopbrengsten en een gezonde financiële positie van het fonds. Volgens het bestuur is dit de grootste verhoging in jaren.
BpfBOUW beheert pensioenen voor meer dan 800.000 bouwvakkers, metselaars en technici. De sterke groei in de bouwsector, mede door de woningnood en overheidsinvesteringen in infrastructuur, heeft gezorgd voor hoge rendementen.
Het fonds benadrukt dat deze verhoging niet alleen een financiële, maar ook een symbolische erkenning is van jarenlang vakmanschap in de sector.
Waarom het nieuwe stelsel werkt
Het nieuwe pensioenstelsel, dat gefaseerd wordt ingevoerd tot 2028, zorgt ervoor dat ingelegde pensioengelden directer worden gekoppeld aan beleggingsresultaten.
In het oude systeem moesten fondsen grote reserves aanhouden, wat verhogingen jarenlang tegenhield. Nu kan het geld sneller renderen en dus eerder ten goede komen aan deelnemers.
Daarnaast blijft het geld persoonlijker: deelnemers kunnen duidelijker zien hoe hun eigen inleg groeit. Dat vergroot het vertrouwen in het systeem, dat meer transparantie en wendbaarheid biedt.
Volgens het Ministerie van Sociale Zaken sluit deze nieuwe aanpak beter aan bij de realiteit van de economie. Wanneer de markten goed presteren, stijgen de pensioenen sneller.
Voorzichtig optimisme bij fondsen
Hoewel de verwachtingen hooggespannen zijn, benadrukken fondsen dat de verhoging afhankelijk blijft van de financiële markten.
Als de economie stabiel blijft, worden de verhogingen definitief doorgevoerd in 2026. De dekkingsgraden – die de verhouding tussen vermogen en verplichtingen aangeven – liggen bij de meeste fondsen inmiddels ruim boven de 120 procent.
Economen spreken van “een gezonde basis voor verdere groei”. De rente is stabiel, de inflatie daalt, en de beursontwikkelingen zijn gunstig. Dit zorgt ervoor dat de kans groot is dat de verhoging kan doorgaan.
Deelnemers krijgen eindelijk lucht
Voor veel gepensioneerden betekent de stijging meer dan alleen geld. Na jaren waarin elke prijsverhoging zwaar woog, brengt het nieuwe systeem een gevoel van rust en waardering.
Volgens berekeningen van het NIBUD kan de gemiddelde gepensioneerde met een verhoging van tien procent zijn koopkracht weer op het niveau van 2015 brengen.
Dat geeft ruimte voor ontspanning, extra boodschappen, en bijvoorbeeld een vakantie in eigen land. Veel ouderen zeggen in interviews dat ze het gevoel hebben dat hun levenswerk eindelijk opnieuw wordt gewaardeerd.
Kleine fondsen waren voorlopers
Een aantal kleinere pensioenfondsen stapte begin 2025 al over naar het nieuwe stelsel.
Daar zagen deelnemers hun uitkering direct met vier tot acht procent stijgen. Dat succes gaf andere fondsen vertrouwen om te volgen.
Volgens de Pensioenfederatie is het belangrijk dat fondsen zorgvuldig overstappen, zodat iedereen op een eerlijke manier profiteert van het nieuwe systeem.
Deze positieve resultaten hebben de overgang in een stroomversnelling gebracht.
Economische voordelen voor Nederland
Economen wijzen erop dat de hogere pensioenen niet alleen goed zijn voor ouderen, maar ook voor de Nederlandse economie als geheel.
Wanneer miljoenen Nederlanders meer te besteden hebben, stijgen de binnenlandse bestedingen. Dat heeft een positief effect op bedrijven, winkels en de werkgelegenheid.
Volgens het Centraal Planbureau (CPB) kan de pensioengroei in 2026 zorgen voor een lichte stijging van de economische groei met 0,3 procentpunt.
De overheid verwacht dat deze positieve trend doorzet, mits de markten in balans blijven.
Meer inzicht voor iedereen
Een ander voordeel van het nieuwe stelsel is dat deelnemers beter kunnen volgen wat er met hun geld gebeurt.
Op het platform mijnpensioenoverzicht.nl kan iedereen inzien hoeveel pensioen hij of zij tot nu toe heeft opgebouwd.
Fondsen als PFZW en bpfBOUW investeren bovendien in online dashboards, waar deelnemers dagelijks hun rendement en verwachte uitkering kunnen bekijken.
Volgens onderzoekers van de Universiteit van Tilburg vergroot dit het vertrouwen en de tevredenheid bij deelnemers aanzienlijk.
Nederland als voorbeeldland
Internationale experts prijzen het Nederlandse model om zijn evenwicht tussen zekerheid en flexibiliteit.
Landen als Duitsland en België volgen de hervorming met interesse. Nederland wordt gezien als een gidsland dat laat zien hoe een collectief systeem toch persoonlijk kan blijven.
Door het nieuwe stelsel krijgen zowel jongere als oudere generaties eerlijke kansen op rendement en stabiliteit.
De hervorming markeert volgens economen “een nieuw hoofdstuk in de Europese pensioenontwikkeling”.
Een hoopvolle toekomst
Als de markten rustig blijven, wordt 2026 het jaar waarin gepensioneerden eindelijk de vruchten plukken van hun geduld.
De overgang naar het nieuwe stelsel betekent niet alleen meer geld, maar ook meer vertrouwen in de toekomst.
De eerste cijfers tonen aan dat het systeem werkt zoals bedoeld: transparant, flexibel en in balans met de economie.
Na jaren van stilstand lijkt het Nederlandse pensioenstelsel opnieuw toekomstbestendig. Voor veel mensen voelt dit als een beloning na jarenlang bijdragen aan de samenleving.
Key-points:
- Pensioenen stijgen in 2026 met 10 tot 20 procent.
- Zorgfonds PFZW en bpfBOUW verhogen als eerste.
- Nieuwe pensioenwet koppelt uitkering aan beleggingsresultaten.
- Hogere dekkingsgraden maken groei mogelijk.
- Stabiele economie biedt solide basis voor de stijging.
- Gepensioneerden ervaren eindelijk financiële rust en waardering.
SPECTRUM Magazine disclaimer
De informatie in dit artikel is uitsluitend bedoeld voor algemene informatiedoeleinden. Het vormt geen financieel, juridisch of medisch advies.
Neem bij persoonlijke vragen over pensioenen of beleggingen altijd contact op met een erkend adviseur.
SPECTRUM Magazine heeft de inhoud zorgvuldig samengesteld, maar aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele gevolgen van besluiten die op basis van dit artikel worden genomen.
Facebook-disclaimer
Dit artikel is niet bedoeld als financieel advies. Lezers worden aangemoedigd om zich goed te informeren over hun persoonlijke situatie.
Het doel van dit stuk is om lezers op een toegankelijke en positieve manier te informeren over maatschappelijke ontwikkelingen in Nederland.
Referenties: