“Ze roofden mijn toekomst, tot karma onverwacht hard hun leven terug eiste en onze rollen bruut en definitief omkeerde.”

Dit ingezonden verhaal is met veel aandacht en zachtheid samengesteld en geïnspireerd door ware ervaringen uit het echte leven. Neem daarom de tijd om het helemaal te lezen, van begin tot eind, met een open hart, volle aandacht en genoeg ruimte om alles echt in jezelf te laten bezinken.

Toen ik in week 19 mijn kindje verloor, was ik er rotsvast van overtuigd dat mijn leven niet nog verder kon breken. Het voelde alsof niet alleen mijn toekomst, maar ook het mooiste deel van mezelf grof uit mijn handen werd gerukt, waardoor ik achterbleef in een stilte die als een zware, eindeloze mist over mijn hart en hele wezen hing en elke nieuwe dag bijna ondraaglijk maakte.

Ik had geen idee dat er achter mijn rug nog iets anders aan het broeien was, iets wat uiteindelijk nog veel pijnlijker zou blijken te zijn dan het verlies dat ik al droeg, een soort sluimerende storm onder de oppervlakte die je pas echt opmerkt wanneer hij al dreigend boven je hoofd hangt en je nergens meer naartoe kunt vluchten of ontsnappen, hoe hard je dat ook probeert.

Maar een jaar later gebeurde er iets wat werkelijk niemand om mij heen had kunnen voorspellen, iets zo onverwachts dat het voelde alsof het universum mij een harde, heldere boodschap probeerde te sturen die ik eerder niet had durven horen, laat staan echt tot me had laten doordringen of eerlijk onder ogen had durven zien.


Nieuwe namen

Mijn man Noah Leenders uit Zwaag was altijd een rustige, stabiele aanwezigheid, het soort mens dat nooit van zijn koers leek af te wijken, waardoor ik hem jarenlang zag als iemand zonder geheimen, bij wie ik zonder angst kon wegzakken en die voor mij voelde als een onverzettelijke rots in elke storm die ons leven doorkruiste.

Hij was precies het soort partner waar ik vroeger van droomde, juist omdat ik geloofde dat hij mijn veilige haven was, iemand die me in de zwaarste stormen stevig zou vasthouden en mij nooit bewust in de kou of in een kille eenzaamheid zou laten staan, zelfs niet op de donkerste dagen.

Toen ik zwanger bleek te zijn, vertelde ik het als eerste aan mijn beste vriendin Fenna Koornstra, met wie ik al sinds mijn eerste studiejaren in Schinnen bevriend was en die al die tijd aanvoelde als een soort thuis waar altijd licht brandde, hoe donker of zwaar mijn dagen soms ook waren in die periode.


Mijn gekozen familie

Fenna was charmant, luid en onmiskenbaar aanwezig — zo’n vrouw die een ruimte binnenloopt en moeiteloos alle aandacht naar zich toe trekt, alsof ze een onzichtbare magneet van warmte, humor en milde chaos met zich meedroeg waar iedereen zich bijna vanzelf door liet meevoeren zodra ze binnenkwam.

Voor mij voelde ze als een echte zielszus, iemand die ik niet zelf had kunnen uitzoeken maar die het leven mij als een onverwacht, dierbaar geschenk in de schoot had gelegd, alsof we al veel langer bij elkaar hoorden dan de jaren die we daadwerkelijk samen hadden meegemaakt.

Ze huilde zelfs harder dan ik toen ik haar de eerste echo liet zien, alsof mijn vreugde rechtstreeks haar eigen hart in stroomde en daar alleen maar nog groter, ruimer en intenser werd gemaakt door haar eigen emoties en verwachtingen.

Ze kocht zelfs al piepkleine babysokjes met kleine eendjes erop nog vóór ik twaalf weken zwanger was, alsof ze duidelijk wilde maken dat ze bij elke stap van mijn nieuwe hoofdstuk aanwezig wilde zijn en zichzelf vanaf het eerste moment als trotse tante zag die volledig meeleefde.


Alles valt stil

Maar toen het hartje stopte met kloppen, brak er iets in mij dat ik nauwelijks onder woorden kan brengen, alsof er een diepe scheur door mijn hele lijf en ziel trok die niemand van buiten kon zien maar die vanbinnen alles ruw, hard en genadeloos uit elkaar scheurde tot er bijna niets meer heel leek.

Noah hield me die nacht stevig vast, huilde zachtjes met me mee en leek in dat korte moment echt bij mij te zijn, maar vanaf de volgende dag werd hij steeds afstandelijker, alsof mijn verdriet hem wegduwde of hem confronteerde met iets in zichzelf dat hij niet durfde aan te raken of toe te laten.

Kille nachten, eindeloze avondwandelingen en stille maaltijden maakten pijnlijk duidelijk dat er een muur tussen ons begon te groeien, een muur die elke dag dikker en hoger werd, alsof we langzaam in twee verschillende werelden leefden die steeds verder uit elkaar dreven zonder nog een brug tussen ons.

Ik had het gevoel dat ik langzaam aan het verdrinken was in mijn eigen verdriet, terwijl hij steeds verder weg leek te zwemmen naar een plek waar ik hem niet meer kon bereiken, hoe hard ik in stilte ook om hulp schreeuwde en in gedachten mijn handen naar hem uitstak.


Ook Fenna verdwijnt

Zelfs Fenna trok zich terug, precies op het moment dat ik haar nabijheid en stevige steun het allerhardst nodig had, wat voelde alsof iemand een deur vlak voor mijn neus dichtgooide op het moment dat ik naar binnen wilde stappen om warmte, troost en begrip te zoeken.

Toen ik vroeg waarom ze zo stil was geworden, stuurde ze alleen:
“Het doet me echt pijn om je zo te zien. Ik kom langs als het lukt, maar ik weet eerlijk niet goed hoe ik met jouw verdriet moet omgaan.” Daarmee sloot ze het gesprek bijna meteen af.

Die woorden klonken leeg en afstandelijk, alsof ze haastig iets typte om mij op afstand te houden in plaats van mij werkelijk te troosten of bewust naast mij in mijn pijn te gaan staan en het samen een beetje te dragen.

Zes weken later kreeg ik opnieuw een bericht van haar — net op het moment dat ik dacht dat ze eindelijk iets liefs, meelevends of bemoedigends zou sturen — maar het tegenovergestelde bleek waar, en mijn lichaam reageerde al voordat mijn hoofd echt kon bevatten wat er precies stond.


Het bericht

“Groot nieuws!! Ik ben zwanger! Kom je zaterdag naar mijn gender reveal-feestje om het met ons te vieren? ❤️” stond er enthousiast op mijn scherm, alsof er niets tussen ons was gebeurd en mijn verlies nooit had bestaan.

Mijn maag draaide zich om en mijn benen begonnen te trillen, alsof mijn lichaam beter begreep dan mijn gedachten wat deze woorden voor mij betekenden en welke oude, rauwe wonden ze in één klap weer volledig openscheurden en blootlegden.

Ik rende naar de badkamer en moest letterlijk overgeven, omdat de combinatie van verdriet, jaloezie en ongeloof als een enorme golf over me heen sloeg en me compleet onderuit haalde, tot ik uitgeput op de badkamervloer zat te happen naar adem.

Toen Noah het bericht zag, verstijfde hij alsof iemand hem ineens op pauze zette — zijn adem stokte, zijn blik werd leeg en er trok een donkere schaduw over zijn gezicht die ik nog nooit eerder zo scherp bij hem had gezien of gevoeld.

Zijn schouders stonden strak gespannen, alsof hij niet alleen schrok van mijn reactie, maar ook bang was voor wat er nog meer aan het licht kon komen als er te veel vragen zouden worden gesteld of oude gesprekken opnieuw geopend zouden worden.

“Je moet gaan,” zei hij uiteindelijk.
“Het is belangrijk voor haar. Maak het nu niet ingewikkeld,” voegde hij eraan toe, op een toon die ongewoon hard en kil klonk, alsof ik met een vreemde sprak die mijn pijn niet wilde zien of erkennen, laat staan begrijpen.


Het feest

De gender reveal vond plaats in een gehuurde zaal in Beuningen, waar alles zo over-de-top versierd was dat het leek alsof iemand een doos vol kleur, glitter en roze-blauwe clichés had laten exploderen midden in een zorgvuldig geregisseerde filmset vol perfecte plaatjes.

Er hing een sfeer die bijna overdreven vrolijk was, alsof iedereen krampachtig deed alsof verdriet, verlies en pijn niet bestonden en we allemaal verplicht mee moesten lachen met het zorgvuldig ontworpen perfecte plaatje dat daar voor onze neus werd neergezet.

Fenna rende naar me toe, sloeg haar armen om me heen en zei lachend:
“Je ziet er eindelijk weer een beetje normaal uit, joh!” terwijl ze breed glimlachte, zonder door te hebben hoe scherp haar woorden bij mij binnenkwamen en hoe lang ze zouden blijven hangen.

Haar lach voelde als een steek, omdat ik wist dat ze geen idee had wat die opmerking in mij losmaakte en hoe diep de breuklijn inmiddels door mijn hele binnenwereld liep, dwars door alles wat ooit vertrouwd had gevoeld.

Ik kon nauwelijks ademhalen terwijl Noah vrijwel direct in de menigte opging, alsof hij onzichtbaar wilde blijven voor mij én voor eventuele anderen die misschien meer wisten dan ik ooit had durven vermoeden of geloven.


De schok

Toen Fenna haar speech begon, voelde ik de spanning in mijn lichaam toenemen, omdat haar woorden te plechtig, te geladen en te persoonlijk klonken voor een luchtig feestje met slingers, ballonnen en lachende gezichten om ons heen.

Ze sprak over “onverwachte wonderen” en “mensen die precies op het juiste moment in je leven verschijnen”, alsof ze op een podium stond en haar woorden bedoeld waren voor één specifiek iemand in de zaal, iemand die ze zorgvuldig in gedachten had.

En op een bepaald moment keek ze heel bewust één iemand recht in de ogen, met een blik die langer duurde dan normaal en waar geen twijfel over mogelijk was voor wie die bedoeld was.

Ik volgde automatisch haar blik, zonder aarzeling, bijna op reflex, alsof mijn lichaam het antwoord al kende nog voordat mijn hoofd het volledig durfde toe te laten.

Het was Noah, en de glans in haar ogen — die zachte, o zo bekende blik — maakte mijn adem kort en oppervlakkig, alsof ik even niet meer wist hoe ik moest bestaan in die ruimte vol mensen.

Voordat ik goed kon bevatten wat er gebeurde, barstte de ballon en dwarrelde roze confetti naar beneden, maar terwijl iedereen juichend reageerde, voelde ik alleen een scherpe pijn die mijn borst vulde tot in mijn keel en daar als een harde, onbeweeglijke steen bleef steken.


De waarheid

Ik liep naar buiten om frisse lucht te happen, maar toen ik langs een raam kwam, zag ik Noah en Fenna in een zijgang staan, half verscholen achter een muur, alsof ze een geheim verborgen hielden waar ik nooit achter had mogen komen, iets dat zorgvuldig buiten mijn blikveld had moeten blijven.

Zijn hand lag zacht en teder op haar buik, op een manier die geen uitleg nodig had en tegelijkertijd alles vertelde wat ik nooit had willen zien, weten of zelfs maar vermoeden over hun band.

Daarna boog hij naar voren en kuste haar — niet vluchtig of onzeker, maar langzaam en vertrouwd, alsof ze dit al tientallen keren eerder hadden gedaan en het voor hen bijna vanzelfsprekend en normaal was geworden.

Mijn lichaam reageerde sneller dan mijn gedachten, alsof mijn hart mijn benen al in beweging had gezet nog voordat mijn hoofd kon registreren wat zich daar voor mijn ogen afspeelde en welke waarheid daar werd blootgelegd.

Ik stormde naar binnen, de gang in, en riep hun namen zo hard dat het geluid door de hele zaal rolde en alle gesprekken in één klap tot een ijzige, voelbare stilte bracht waarin niemand nog wist waar te kijken.

Iedereen hield zijn mond terwijl Fenna zich om haar buik heen kromde en fluisterde dat Noah de vader was, alsof het altijd al vanzelfsprekend was geweest en ik degene was die het vanaf het begin had moeten voelen en zien aankomen, terwijl dat nooit zo was geweest.


Hun nieuwe leven

Ik vertrok diezelfde avond, omdat mijn lijf en hoofd geen seconde langer konden verdragen dat ik in dezelfde ruimte stond met mensen die mij op zo’n diep niveau hadden verraden en mijn vertrouwen zo schaamteloos hadden misbruikt alsof het niets waard was.

Twee weken later trokken ze samen in hun “nieuwe liefdesnestje”, alsof ze zonder schaamte of enige vorm van wroeging verder konden bouwen op de puinhoop die zij in mijn leven en in mijn hart hadden achtergelaten, alsof die schade niet bestond.

Vrienden kozen een kant, familieleden trokken zichtbare en onzichtbare lijnen, en mijn wereld voelde alsof hij in tweeën was gescheurd door keuzes waar ik nooit om had gevraagd, die ik nooit had zien aankomen en die ik zeker niet had verdiend.

Noah leek op foto’s en in verhalen gelukkig… tot Fenna maanden later beviel en ze in het geheim trouwden, wat ondanks alles opnieuw als een scherp mes door mijn hart ging en oude wonden rauw, pijnlijk en brandend openreet.

Ik probeerde mijn leven opnieuw op te bouwen in Hedel, stap voor stap, terwijl ik elke dag vocht tegen de zwaarte die nog in mijn lijf hing en tegen de stemmen in mijn hoofd die fluisterden dat het nooit meer goed zou komen en ik voor altijd gebroken zou blijven.


Karma spreekt

Toen belde Noahs zus, Liva Leenders, me op een middag, en nog voordat ik iets kon zeggen, hoorde ik dat ze bijna buiten adem was van verbazing en van iets wat verdacht veel leek op een mengeling van leedvermaak en oprechte verontwaardiging over wat er was gebeurd.

“Heb je het al gehoord? Je moet echt even gaan zitten,” zei ze met een stem die tegelijk streng, opgewonden en geamuseerd klonk, alsof ze zelf nauwelijks kon bevatten wat zich had afgespeeld tussen hen.

Noah had Fenna meegenomen naar een huisje in het bos voor hun eerste trouwdag, alsof hij geloofde dat een romantisch weekend hun relatie kon repareren, alle barsten kon wegpoetsen en de spanningen met een paar dagen samen zijn zouden verdwijnen.

’s Avonds hoorde Fenna geluiden buiten, geluiden die haar zenuwachtig maakten omdat ze dacht dat er een wild dier rond het huisje liep dat elk moment voor het raam kon verschijnen en haar de stuipen op het lijf zou jagen.

Noah ging zogenaamd kijken wat er aan de hand was, waarschijnlijk in de hoop haar gerust te stellen en de spanning in dat kleine huisje een beetje weg te nemen zodat ze weer kon ontspannen.

Maar het bleek geen dier te zijn, geen onschuldig boswezen dat toevallig langs kwam lopen of in de struiken rommelde om het stel te laten schrikken.

Het was Fenna’s andere vriend, die zei dat hij óók de vader had kunnen zijn en dat hij vond dat de waarheid eindelijk op tafel moest komen, hoe pijnlijk, schokkend en ontwrichtend dat voor iedereen ook zou zijn.

Hij liet berichten, foto’s en datums zien — bewijs dat hun affaire diep en langdurig was geweest, misschien wel veel langer dan iemand ooit had willen geloven of zich eerlijk tegenover zichzelf had durven voorstellen.

Noah en die man kregen ruzie, schreeuwden, beschuldigden elkaar en wierpen de waarheid als wapens over en weer, alsof elk nieuw woord nog meer schade kon aanrichten dan het vorige en niets meer te herstellen viel.

En uiteindelijk, hoe bitter ironisch ook, als je het achteraf bekijkt?

Ze stapten allebei in hun auto en reden weg, allebei hun eigen kant op, waardoor Fenna alleen achterbleef in dat huisje, voor het eerst echt geconfronteerd met haar eigen web van leugens en haar zorgvuldig opgebouwde façade die langzaam instortte.

Niet veel later stuurde Noah mij onverwacht een brief, een paar dichtbeschreven pagina’s vol met zijn onrust, spijt, vragen en slapeloze nachten die hij niet langer voor zichzelf kon houden.

Hij had in het geheim een DNA-test laten doen, zonder dat Fenna, familie of vrienden daar ook maar iets van wisten, alsof hij hoopte op duidelijkheid die hij niet durfde uit te spreken.

De baby bleek dus helemaal niet van hem te zijn, iets wat hem zichtbaar en diep van binnen heeft gebroken, hoe stoer hij zich naar buiten toe misschien ook probeerde te houden.

En ook niet van de andere man, tot ieders grote verbazing en ongeloof, waardoor het verhaal ineens nog troebeler en pijnlijker werd dan het al was.

Er was nóg iemand geweest, iemand van wie niemand een naam, gezicht of achtergrond kende, een vage schim in een verhaal dat met elke onthulling ondoorzichtiger en ingewikkelder werd.

Fenna is inmiddels volledig uit beeld verdwenen, alsof ze uit mijn leven én uit het dorp is gewist en alleen nog als een schaduw in oude herinneringen bestaat.

Haar moeder zorgt nu voor het kindje, dat op niemand lijkt en daardoor alleen maar meer vragen oproept dan antwoorden geeft, zelfs bij de mensen die er het dichtst bij betrokken zijn en elke dag meeleven.


Ik kies mij

Ik woon nu in Broeksterwoude, waar ik stukje bij beetje weer mezelf aan het worden ben, alsof ik na een lange, ijskoude winter eindelijk voorzichtig begin te voelen hoe zonlicht echt kan aanvoelen op je huid en in je hele systeem kan doordringen en zachtjes kan verwarmen.

Ik date nu iemand die mijn hele verhaal kent, die mijn littekens ziet en toch blijft, iemand die mij niet breekt maar juist helpt om opnieuw op te bouwen wat anderen kapot hadden gemaakt, en die mij zachtjes aanmoedigt om weer te vertrouwen op liefde, op verbinding en vooral op mezelf.

Mensen vragen soms of ik blij ben met wat “karma” heeft gedaan, alsof het leven schulden netjes terugbetaalt op magische manieren en er uiteindelijk altijd een soort kosmisch evenwicht wordt hersteld waarin ieder krijgt wat hij of zij verdient.

Maar als ik eerlijk ben, echt eerlijk, tegen mezelf én tegen anderen?

Dan ben ik vooral dankbaar dat ik niet langer vastzit aan leugens die ooit vermomd waren als liefde,
en dat ik eindelijk een toekomst mag bouwen die stevig, eerlijk en volledig van mij is, met ruimte voor nieuwe kansen, zachte verbindingen en oprechte, liefdevolle relaties met mezelf en de mensen die wél blijven.

DEEL NU: “Ze roofden mijn toekomst, tot karma onverwacht hard hun leven terug eiste en onze rollen bruut en definitief omkeerde.”

De inhoud van dit artikel is samengesteld door het Mediakanaal: Zonnestraaltjes. De naam zonnestraaltjes ‘weerspiegelt’ waar wij voor staan. We verspreiden zonnestraaltjes in een digitale duisternis. Je kunt Zonnestraaltjes hier volgen op Facebook: Zonnestraaltjes.


Disclaimer

Dit verhaal is geïnspireerd op ware gebeurtenissen. Namen, personages en details zijn gewijzigd en dit is geen financieel, juridisch of medisch advies. Eventuele gelijkenissen berusten op toeval. De auteur en uitgever wijzen de nauwkeurigheid, aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid voor interpretaties of betrouwbaarheid af. Wilt u uw verhaal delen, stuur het dan naar Spectrum Magazine.

Scroll naar boven