NIEUWS | zwemles wordt luxe: ouders in tranen door torenhoge kosten 😢💸

In Nederland is water nooit ver weg. Van de grachten in de stad tot de meren en stranden op het platteland – water hoort bij het dagelijks leven. Het is dan ook logisch dat veel ouders willen dat hun kinderen goed leren zwemmen.

 

Toch merken veel gezinnen dat zwemlessen steeds lastiger te betalen zijn. Niet omdat ze het niet belangrijk vinden, maar omdat de kosten de afgelopen jaren flink zijn gestegen.

Voor ouders met een krap budget voelt het soms alsof ze moeten kiezen tussen meerdere noodzakelijke uitgaven. En dat terwijl ze het beste voor hun kinderen willen, zoals veiligheid, zelfstandigheid en plezier in het water.

Steeds vaker hoor je ouders zeggen: “Ik wil zo graag dat mijn kind leert zwemmen, maar ik weet gewoon niet of ik het nog red.” Dat is niet gebaseerd op onwil, maar op realiteit.

Prijzen blijven stijgen

Sinds 2018 is de prijs van zwemlessen met bijna 30% toegenomen. Op sommige locaties zelfs met 70%, blijkt uit gegevens van Nieuwsuur. Dat verschil is groot, vooral als je het vergelijkt met andere prijsstijgingen in Nederland.

Waar een les voorheen ongeveer €9 kostte, betaal je nu al gauw €12 of meer per keer. Bij twintig lessen is dat al een verschil van €60.

Als je meerdere kinderen hebt, worden de kosten natuurlijk verdubbeld of verdrievoudigd. Dan gaat het ineens niet meer om een paar tientjes, maar om honderden euro’s per jaar.

Ouders willen dat hun kinderen zich veilig voelen in het water, maar moeten steeds vaker rekenen en schuiven met hun maandelijkse uitgaven. En sommige gezinnen willen ook nog andere activiteiten mogelijk maken, zoals muziekles of sport.

Dat alles zorgt ervoor dat zwemles voor veel mensen langzaam verandert in iets dat niet meer vanzelfsprekend is. En dat is zonde, want zwemmen is een vaardigheid voor het leven.

Duur A-diploma

Om een A-diploma te halen, zijn gemiddeld zestig lessen nodig. Tegen het huidige tarief betekent dat een totaalbedrag van ruim €700. En dat is nog zonder B- en C-diploma.

Voor veel ouders is dat een flink bedrag, zeker als het in één keer betaald moet worden. Sommigen kiezen ervoor om het in termijnen te betalen, maar ook dan blijft het een flinke last op het gezinsbudget.

De meesten doen hun uiterste best om het toch mogelijk te maken, bijvoorbeeld door op andere dingen te besparen. Toch lukt dat niet altijd. Soms zijn er onvoorziene kosten, zoals een nieuwe fiets of schoolmateriaal.

Als een kind dan halverwege moet stoppen met zwemles, is dat niet alleen jammer, maar ook verwarrend voor het kind zelf. Ze waren net goed op weg, kregen vertrouwen in het water en dan stopt het ineens.

Ouders voelen zich dan vaak schuldig, terwijl ze juist proberen hun kind alle kansen te geven. Daarom is het belangrijk dat we blijven zoeken naar manieren om zwemles voor iedereen toegankelijk te maken.

Geen luxe, maar noodzaak

Zwemmen is in Nederland geen extraatje, het is iets dat bijna vanzelfsprekend hoort te zijn. Met zoveel water om ons heen is het kunnen zwemmen net zo belangrijk als kunnen fietsen.

Volgens cijfers van het CBS is het aantal kinderen zonder zwemdiploma gestegen van 6% in 2018 naar 13% nu. Dat betekent dat meer dan één op de tien kinderen niet officieel heeft leren zwemmen.

Dat betekent niet dat deze kinderen nooit in een zwembad komen, maar wel dat ze niet die basisvaardigheden hebben geleerd die je met een diploma opbouwt. Denk aan drijven, onder water zwemmen en jezelf kalm houden in onverwachte situaties.

Voor veel kinderen is zwemles ook een leuke ervaring. Ze leren iets nieuws, maken vriendjes, worden zelfstandiger en voelen zich trots bij elk stapje dat ze zetten.

Zwemles draagt dus niet alleen bij aan veiligheid, maar ook aan zelfvertrouwen en sociale ontwikkeling. Daarom is het zo belangrijk dat het voor iedereen bereikbaar blijft.

Energiekosten rijzen

Zwemscholen moeten hun baden verwarmen, schoon houden en onderhouden. Dat kost energie, en precies die kosten zijn de afgelopen jaren flink gestegen.

Vooral in de winterperiode, wanneer de verwarmingskosten het hoogst zijn, voelen zwembaden die druk extra sterk. Het warme water, de ventilatie en de hygiëne-eisen vergen continu verbruik van stroom en gas.

Die kosten moeten ergens worden opgevangen, en helaas betekent dat vaak hogere tarieven voor lessen en entrees. Sommige zwembaden proberen alternatieven zoals zonnepanelen of warmtepompen, maar dat vraagt om investeringen.

Er zijn ook zwembaden die bepaalde dagen de temperatuur iets verlagen om kosten te besparen. Dat merk je als ouder misschien niet direct, maar het is wel een indicatie van de financiële druk.

Toch willen exploitanten blijven investeren in kwaliteit, veiligheid en comfort voor kinderen. Daarom wordt gezocht naar slimme oplossingen die betaalbaar én duurzaam zijn.

Extra personeel nodig

Behalve de energieprijzen zijn ook de personeelskosten gestegen. Het vinden van goede zwemleraren is een uitdaging geworden. Veel zwembaden kampen met tekorten, vooral tijdens drukke tijden.

Zwemonderwijs vraagt om geduldige, bekwame mensen die kinderen stap voor stap op hun gemak stellen. Dat is niet zomaar werk – het vereist ervaring, enthousiasme en opleiding.

Door het personeelstekort moeten sommige baden het aantal leerlingen per groep verkleinen. Dat is goed voor de kwaliteit, maar vraagt ook om meer lestijden en dus meer inzet.

Meer lesmomenten betekent hogere loonkosten, en die komen uiteindelijk weer terecht bij de ouders. Sommige baden bieden inmiddels flexibele werktijden of extra bijscholing om nieuwe instructeurs aan te trekken.

Toch blijft het een uitdaging om voldoende mensen te vinden die dit belangrijke werk willen en kunnen doen. Daarom verdienen zwemleraren waardering én ondersteuning.

Noodsteun van overheid

In 2022 besloot de overheid om eenmalig €207 miljoen beschikbaar te stellen aan zwembaden en sportclubs in het hele land. Dat lees je hier.

Die bijdrage werd positief ontvangen, maar bleek voor veel zwembaden onvoldoende. De extra kosten hielden aan, terwijl de steun tijdelijk was.

Exploitanten hopen dan ook op een meer structurele aanpak. Denk aan subsidies voor energiezuinige installaties of ondersteuning bij opleiding van instructeurs.

Ook wordt gekeken naar samenwerking met scholen en gemeentes om zwemlessen collectief aan te bieden. Dat kan de kosten drukken én meer kinderen bereiken.

De overheid erkent het belang van zwemvaardigheid, maar het is nog zoeken naar blijvende oplossingen. In de tussentijd dragen ouders en zwembaden samen de verantwoordelijkheid.

Verschil tussen gemeenten

In sommige gemeenten kunnen ouders rekenen op hulp via sportfondsen. Deze website legt het goed uit. Daarmee worden kosten geheel of gedeeltelijk vergoed voor gezinnen met een beperkt inkomen.

Maar helaas is die hulp niet overal hetzelfde geregeld. In andere gemeenten bestaat zo’n regeling niet of is deze moeilijk te vinden.

Dat betekent dat kinderen in gelijke financiële situaties tóch verschillende kansen krijgen, alleen door waar ze wonen. Dat voelt voor ouders niet eerlijk en vergroot het verschil in mogelijkheden.

Het zou helpen als er landelijke richtlijnen kwamen, zodat elk kind dezelfde kans krijgt op zwemvaardigheid. Onafhankelijk van postcode of woonsituatie.

Tot die tijd zijn ouders aangewezen op lokale initiatieven, vrijwilligers en betrokken organisaties die proberen te helpen waar ze kunnen.

Hulp niet altijd gevonden

Zelfs als er hulp beschikbaar is, maken veel ouders er geen gebruik van. Dat komt soms doordat ze het simpelweg niet weten, of omdat ze het ingewikkeld vinden om aan te vragen.

Het Nibud geeft hier advies over. Het invullen van formulieren, het verzamelen van bewijsstukken en het wachten op goedkeuring houdt sommigen tegen.

Daarnaast willen ouders soms liever zelfredzaam zijn en vinden ze het lastig om hulp te vragen. Ze willen hun kinderen geven wat nodig is, zónder afhankelijk te zijn van regelingen.

Er is daarom behoefte aan eenvoudigere aanvraagprocessen en betere voorlichting. Bijvoorbeeld via scholen, consultatiebureaus of huisartsen.

Hoe meer ouders op de hoogte zijn, hoe groter de kans dat kinderen kunnen blijven zwemmen. Want geen enkel kind zou hoeven stoppen vanwege onduidelijke regels.

Kansongelijkheid groeit

De verschillen tussen kinderen worden zichtbaar in het zwembad. Sommige kinderen hebben alle drie hun diploma’s en kunnen veilig spelen, duiken en baantjes trekken.

Anderen blijven achter, niet omdat ze het niet willen, maar omdat het niet lukt om de lessen te blijven volgen. Deze publicatie van Pharos legt dat goed uit.

Dat zorgt voor een verschil in ervaring, vertrouwen en ontwikkeling. Zwemmen is niet alleen een vaardigheid, het is ook een sociaal moment, een plek waar vriendschappen ontstaan.

Kinderen die niet kunnen deelnemen, missen meer dan alleen de techniek. Ze missen ook het groepsgevoel, het plezier en de trots van een behaald diploma.

Het is belangrijk dat iedereen die ervaring kan opdoen. Met slimme regelingen en betrokkenheid van gemeenten kunnen we die kloof verkleinen.

Tijd voor actie

Volgens Remco Hoekman van het Mulier Instituut is het tijd voor samenwerking. Lees hier zijn rapport. Gemeenten, scholen, zwembaden en ouders kunnen samen zoeken naar creatieve oplossingen.

Dat kan door schoolzwemmen terug te brengen, meer gebruik te maken van sponsors of bedrijven te vragen een steentje bij te dragen.

Ook zouden zwembaden flexibele lespakketten kunnen aanbieden of korting geven bij meer kinderen uit één gezin. Kleine initiatieven maken vaak al een groot verschil.

Zwemmen is leuk, gezond én geeft zelfvertrouwen. Het zorgt ervoor dat kinderen zich vrij kunnen bewegen, zowel letterlijk als figuurlijk.

Door samen te werken kunnen we ervoor zorgen dat elk kind straks veilig en met plezier in het water kan zijn.


Key-points

  • Zwemles is gemiddeld 30% duurder geworden dan in 2018
  • Ouders betalen vaak meer dan €700 voor alleen het A-diploma
  • Het aantal kinderen zonder zwemdiploma is verdubbeld
  • Gemeentelijke regelingen zijn ongelijk verdeeld én lastig vindbaar
  • Slimme oplossingen en goede samenwerking maken zwemles bereikbaar voor iedereen

SPECTRUM Magazine Disclaimer

De inhoud van dit artikel is uitsluitend bedoeld voor informatieve doeleinden. Deze tekst vormt geen vervanging voor professioneel financieel, juridisch of medisch advies. Raadpleeg bij specifieke vragen een bevoegde instantie, zoals je huisarts, een erkende financieel adviseur of je gemeente. Hoewel met zorg samengesteld, aanvaardt SPECTRUM Magazine geen enkele aansprakelijkheid voor keuzes die worden gemaakt op basis van deze informatie. Gebruik van de inhoud is volledig op eigen verantwoordelijkheid.


Facebook-disclaimer

Deze publicatie is bedoeld om mensen te informeren over actuele ontwikkelingen binnen onze samenleving. Het bevat geen financieel advies en is niet bedoeld als aanbeveling. Lezers tonen volgens ons oprechte belangstelling voor dit onderwerp en worden aangemoedigd om hun eigen mening te vormen op basis van betrouwbare informatie.


Professionele bronnen

  1. Toegankelijkheid van zwemlessen in Nederland, Mulier Instituut, R. Hoekman, 2023.
    https://www.mulierinstituut.nl/publicaties/2971/zwemvaardigheid-onder-druk/
  2. Kosten en toegankelijkheid van sportvoorzieningen, Sociaal Cultureel Planbureau, M. Vermeulen, 2022.
    https://www.scp.nl/publicaties/rapporten/2022/05/10/toegang-tot-sport
  3. Gelijke kansen voor elk kind – Onderwijs en ontwikkeling, Pharos, S. de Vries, 2021.
    https://www.pharos.nl/kennisbank/gezondheidsverschillen/
Scroll naar boven